Handhaving schijnzelfstandigheid — “zachte landing” vervalt per 1 januari 2026
De staatssecretaris van Financiën heeft aangekondigd dat de zogenoemde “zachte landing” bij de handhaving van schijnzelfstandigheid per 1 januari 2026 vervalt. Dat betekent concreet dat de Belastingdienst vanaf dat moment weer boetes kan opleggen en strenger zal handhaven bij arbeidsrelaties die feitelijk geen echte zelfstandigheid kennen.
Een verlenging van deze overgangsperiode zou volgens het kabinet leiden tot het niet realiseren van de afspraken die Nederland heeft gemaakt in het kader van het Europese Herstel- en Veerkrachtplan (HVP). Daarom is besloten de zachte landing definitief te beëindigen per 1 januari 2026.
Wat verandert er?
Vanaf 2026:
- Boetes kunnen weer worden opgelegd bij vastgestelde schijnzelfstandigheid;
- De Belastingdienst start niet meer standaard met een bedrijfsbezoek en richt zich niet langer alleen op het meest recente aangiftetijdvak;
- Het handhavingsmoratorium vervalt: vanaf 1 januari 2025 kan de Belastingdienst met terugwerkende kracht naheffingen opleggen – maar alleen tot die datum terug.
Overgang tot 2030:
Het zogeheten ingroeimodel blijft tot 2030 bestaan. Pas dan kan de Belastingdienst weer volledig terug tot vijf jaar in het verleden naheffingen en correcties opleggen. Voor periodes vóór 1 januari 2025 geldt dat handhaving alleen mogelijk is bij kwaadwillendheid of als een eerder gegeven aanwijzing onvoldoende is opgevolgd.
Wat betekent dit voor u als ondernemer?
Heeft u zelfstandigen ingehuurd of werkt u met zzp’ers die mogelijk op de grens van een dienstbetrekking opereren? Dan is het verstandig om tijdig te beoordelen of de arbeidsrelatie voldoet aan de fiscale en arbeidsrechtelijke eisen. De periode tot 1 januari 2026 biedt nog ruimte om uw werkwijze aan te passen.
Heeft u hier vragen over? Neem dan gerust contact op met een van onze adviseurs.

