Als ondernemer staat u ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK). Naast een KvK-nummer krijgt uw onderneming daarbij één of meerdere SBI-codes (Standaard Bedrijfsindeling) toegewezen. Deze codes beschrijven de hoofd- en nevenactiviteiten van uw onderneming.

Het lijkt misschien een formaliteit, maar een onjuiste SBI-code kan nadelige gevolgen hebben voor uw onderneming. Denk bijvoorbeeld aan:

• Subsidies en regelingen: veel regelingen zijn gekoppeld aan sectoren. Een verkeerde code kan betekenen dat u financiële steun misloopt.
• Verzekeringen: verzekeraars gebruiken uw SBI-code om premies en risico’s te bepalen. Een verkeerde code kan leiden tot een hogere premie of zelfs tot weigering van dekking.
• Financiering en vergunningen: banken en overheden toetsen op basis van uw SBI-code. Met een foutieve registratie kunt u tegen onnodige beperkingen aanlopen.
• Pensioen- en cao-plicht: ook (verplichte) deelname aan pensioenregelingen of cao’s kan afhangen van uw SBI-code.

Herziening van SBI-codes in september 2025

Omdat bedrijfsactiviteiten veranderen, herziet de KvK de indeling eens in de 15 jaar. Van 5 tot en met 7 september 2025 heeft de KvK de codes automatisch aangepast in het Handelsregister. Daarbij zijn verouderde codes verdwenen, zijn sectoren samengevoegd en nieuwe activiteiten toegevoegd, zoals duurzame en digitale dienstverlening. Nu deze aanpassing is gedaan, is het belangrijk dat u controleert of de omschrijving van uw bedrijfsactiviteiten nog klopt.

Wat moet u doen?

• Controleer in het Handelsregister of uw activiteitenomschrijving actueel is.
• Pas zo nodig uw gegevens direct online aan bij de KvK.
• Let hierbij vooral op nieuwe of beëindigde activiteiten, of op een verschuiving van uw belangrijkste werkzaamheden.

Een check kost u hooguit een kwartier, maar kan u veel problemen én kosten besparen. Heeft u hier vragen over? Neem dan gerust contact op met een van onze adviseurs.

De box 3-heffing is al jaren onderwerp van discussie. Inmiddels is er een nieuwe stap gezet. Sinds 10 juli 2025 kunt u via de site van de Belastingdienst gebruikmaken van het digitale formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR). Met dit formulier kunt u aantonen dat uw daadwerkelijke rendement lager was dan het forfaitaire rendement. Dit kan leiden tot een lagere aanslag of zelfs tot een belastingteruggave.

Waarom is dit belangrijk?

Uw vermogen wordt in box 3 van uw jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting belast op basis van een forfaitair rendement, niet op basis van het rendement dat u werkelijk behaalde. Dit kan voor belastingplichtigen nadelig uitpakken. De Hoge Raad oordeelde eerder dat dit stelsel oneerlijk kan zijn. Daarom is per 8 juli 2025 de Wet tegenbewijsregeling box 3 ingevoerd. De Belastingdienst nodigt u middels een brief hiervoor uit. Met het OWR-formulier kunt u gebruik maken van deze regeling.

Hoe werkt het OWR-formulier?

Het OWR-formulier is verplicht als u gebruik wilt maken van de tegenbewijsregeling. Voor ieder belastingjaar moet een apart formulier digitaal worden ingediend via Mijn Belastingdienst. Let wel dat dit pas kan zodra u een brief van de Belastingdienst heeft ontvangen.
Na ontvangst van deze brief, zijnde een attentiebrief of een motiveringsbrief van de Belastingdienst, heeft u 12 weken de tijd om te reageren middels het digitaal invullen en verzenden van het OWR-formulier. Wanneer u een fiscaal intermediair (bijvoorbeeld ons kantoor) inschakelt, bedraagt de termijn 26 weken. Extra bewijsstukken kunnen nog tot zes weken na indiening worden toegevoegd.

Het is belangrijk dat u deze attentie- of motiveringsbrieven altijd direct aan ons doorstuurt zodra u die van de belastingdienst ontvangt. Wij krijgen als uw fiscaal adviseur helaas geen kopie van de Belastingdienst. Zonder tijdige actie loopt u het risico uw recht op het gebruik van de regeling te verliezen. Let wel, u krijgt per belastingjaar een separate brief. Deze brieven zullen conform de berichtgeving van de belastingdienst onregelmatig aan u worden verstuurd. Het is van belang dat u telkens elke separate brief weer aan ons doorstuurt zodra u die heeft ontvangen.

Wat telt als werkelijk rendement in box 3?

Werkelijk rendement is het bedrag dat u écht verdiende of verloor op uw vermogen. Dit kan bestaan uit rente, dividend en inkomsten uit huur of pacht van beleggingen en verhuurde woningen. Gebruikt u een tweede woning alleen voor eigen gebruik? Dan geldt hiervoor tot en met 2025 een forfaitair rendement van € 0. Ook de waardestijging of -daling van uw bezittingen en schulden telt mee. Dit wordt berekend als het verschil in marktwaarde tussen het begin en einde van het jaar, waarop stortingen en opnames worden gecorrigeerd. Betaalde rente op schulden die bij box 3 horen, telt ook mee in de berekening van het werkelijke rendement.

Belangrijke aandachtspunten

U moet als belastingplichtige zelf aantonen dat uw werkelijke rendement lager was dan het forfaitaire rendement. Verliesverrekening over meerdere jaren is niet mogelijk; het rendement wordt per jaar afzonderlijk beoordeeld. Alleen rentekosten op schulden zijn aftrekbaar; andere kosten, zoals onderhoud, verzekeringen en beheerskosten, zijn dat niet. Het heffingsvrije vermogen wordt bij de berekening van het werkelijke rendement buiten beschouwing gelaten. Tot slot zijn de termijnen voor het indienen van OWR-formulieren strikt en worden deze niet verlengd.

Ontvangt u hierover een brief van de Belastingdienst? Neem dan direct contact met ons op. Samen bekijken we of het zinvol is om het OWR-formulier in te dienen en hoe u dit correct en op tijd kunt doen. Heeft u hier vragen over? Neem dan gerust contact op met een van onze adviseurs.

Denk je bij verduurzamen vooral aan extra kosten? Dan laten we je graag een andere kant zien. De overheid beloont duurzame investeringen namelijk met een aantrekkelijke regeling: de Energie-investeringsaftrek (EIA). Daarmee kun je een deel van het investeringsbedrag extra in aftrek nemen op je winst.

In 2024 werd er voor meer dan € 3,2 miljard geïnvesteerd in energiebesparende technieken, zoals zonnepanelen, warmtepompen en ledverlichting. Opvallend is dat het aantal EIA-meldingen daalde met 27% ten opzichte van 2023. Veel fiscaal voordeel blijft onbenut.

Een gemiste kans, want gemiddeld levert de EIA een extra netto belastingbesparing op van bijna 8% van het investeringsbedrag. Investeer je bijvoorbeeld in een warmtepomp van € 50.000, dan mag je dankzij de EIA € 20.000 extra aftrekken van de winst. Bij een vpb-tarief van 19% scheelt dat € 3.800 aan belasting.

De Energie-investeringsaftrek is bovendien te combineren met de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Voor investeringen tussen € 2.901 en € 70.603 (2025) komt daar nog eens 28% extra aftrek bovenop.

Aanvragen van EIA vraagt wel extra aandacht. Zo is de lijst met EIA-codes lang en complex, waardoor het vinden van de juiste categorie veel tijd kan kosten én de EIA-melding moet binnen 3 maanden na opdracht worden ingediend. Installateurs sturen de opdrachtbevestiging vaak pas laat. Let op: De termijn van 3 maanden voor een geldige EIA-melding bij het RVO gaat al in vanaf het moment van de bestelling, niet pas vanaf levering of facturatie door je leverancier of installateur.

We hebben een paar praktische tips om optimaal gebruik te maken van de regeling:

• Check vooraf de Energielijst 2025 – Stem af met je leverancier of installateur of het middel op de lijst staat.
• Meld het ons uiterlijk 3 maanden nádat je het middel hebt besteld zodat wij tijdig EIA voor je kunnen aanvragen bij het RVO.

Heb je hier vragen over, neem dan contact op met één van onze adviseurs.

Biedt u leerlingen of studenten een praktijk- of werkleerplaats aan binnen uw organisatie? Dan kunt u mogelijk gebruikmaken van de Subsidieregeling Praktijkleren 2025, een interessante financiële tegemoetkoming voor erkende leerbedrijven.

Wat houdt de regeling in?

De subsidieregeling is bedoeld als compensatie voor de begeleiding van leerlingen, studenten, promovendi of technologisch ontwerpers in opleiding (toio’s). Met deze regeling stimuleert de overheid de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.

Doel van de regeling:

• Beter opgeleid personeel, met name in sectoren met personeelstekorten
• Ondersteuning van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt
• Versterking van de kenniseconomie

Hoogte van de subsidie:

U kunt per begeleide leerling of student een subsidie ontvangen van maximaal € 2.700 per studiejaar.

Belangrijkste voorwaarden:

Om in aanmerking te komen, moet u als leerbedrijf voldoen aan de volgende voorwaarden:

• Erkenning: U bent erkend door SBB (vmbo/mbo), u biedt aantoonbare begeleiding (hbo), of u begeleidt promovendi/toio’s (wo).
• Overeenkomst: Er is een geldige praktijk- of werkleerovereenkomst aanwezig en de leerling/student staat bij u op de loonlijst.
• Opleiding: De opleiding is opgenomen in het Crebo (mbo) of CROHO (hbo/wo).
• Inschrijving ROD: Vanaf studiejaar 2024-2025 moet de student zijn ingeschreven in het Register Onderwijsdeelnemers (ROD) van DUO.
• Aanwezigheidsregistratie: U houdt een sluitende administratie bij van aanwezigheid en voortgang.

Let op: ook buitenlandse studenten komen in aanmerking, mits de opleiding door de Nederlandse overheid is erkend.

De regeling geldt voor praktijk- of werkleerplaatsen in de volgende onderwijsvormen:

• Vmbo
• Mbo (bbl-trajecten)
• Hbo (duale of deeltijdopleidingen in techniek, landbouw of natuurlijke omgeving)
• Toio’s (technologisch ontwerpers in opleiding)
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Praktijkonderwijs

Aanvraagperiode:

De subsidie wordt per studiejaar achteraf aangevraagd. Voor het schooljaar 2024-2025 loopt de aanvraagperiode van 2 juni 2025 t/m 17 september 2025, 17:00 uur.

Heb je hier vragen over, neem dan contact op met één van onze adviseurs.

Het kabinet bereidt een wezenlijke verandering voor: Straks zijn alle zelfstandigen verplicht verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid (AOV). Met deze maatregel verkleint men de financiële risico’s voor zzp’ers en MKB-ondernemers wanneer ziekte voorkomt dat zij (het minimumloon) kunnen verdienen.

Waarom?

• Bescherming voor iedereen. Zelfstandigen krijgen straks recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering bij langdurige ziekte.
• Minder risico, minder kosten voor de samenleving. Door verplichte verzekering worden zorgkosten en financiële onrust voor de samenleving beperkt.

Voor wie?

• Van toepassing op zelfstandige ondernemers

Wanneer?

• Een definitieve ingangsdatum is nog niet vastgesteld. De wijziging moet eerst worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.

Heb je hier vragen over, neem dan contact op met één van onze adviseurs.